De gemeenteraad van Cranendonck is het eens met de afspraken die het college op papier heeft gezet rondom de opwek van zonne-energie. De gemeente wil haar steentje bijdragen aan het leveren van alternatieve energie, maar stelt wel een maximum aan het aantal hectare dat hiervoor ingezet mag worden. De opbrengsten uit zonneparken moeten bovendien voor 50% terug naar de maatschappij.

In de regio wordt samengewerkt om in 2050 energieneutraal te zijn. De gemeente Cranendonck ziet dat er op korte termijn actie nodig is en heeft daarom een visie op de inzet van zonne-energie gemaakt. Daardoor wordt duidelijk onder welke voorwaarden zonneparken toegestaan zijn. 

Lees de Visie zonneparken in Cranendonck 2019- 2024

Een van de voorwaarden is dat het maximaal aantal hectare voor zonneparken beperkt is tot 83 hectare. Zonneparken zijn bovendien uitgesloten in Natuur Netwerk Brabant gebieden(externe link), Natura-2000 gebieden(externe link) en andere gebieden met hoge natuur- of historische waarden. 

Met deze visie op zon kan de gemeente een nieuwe stap zetten in het werken aan onze duurzaamheidsdoelstellingen en ervaring opdoen met dergelijke projecten in onze gemeente. De toekomst brengt vast en zeker nieuwe technieken en innovatieve ontwikkelingen met zich mee, en door nu ruimte te houden kunnen we op het juiste moment bijsturen en verder investeren in de toekomst.

Samen met de regio

Het gemeentelijke beleid staat niet op zichzelf. De hele regio Zuidoost-Brabant is aan de slag in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES). 30 regio’s in Nederland gaan gezamenlijk invullen hoe en waar er duurzame energie en warmte opgewekt moeten worden. De 21 gemeentes in de Metropoolregio Eindhoven bekijken momenteel welk ‘bod’ er gedaan kan worden. In dit bod staat hoeveel duurzame energieopwek de regio voor 2030 wil realiseren.

Maatschappelijke meerwaarde

Voor de gebieden die over blijven geldt een afwegingskader waarbij onder andere wordt gekeken naar ruimtelijke kwaliteit, de maatschappelijke meerwaarde van de ontwikkeling en de inpasbaarheid van de ontwikkeling in de omgeving. Daarnaast moet 50% van een zonnepark ‘eigendom’ zijn van de lokale omgeving. Een mogelijkheid is dat buurtbewoners mede-eigenaar worden van een zonnepark. Of dat een deel van de winst wordt geïnvesteerd in buurtprojecten. Ook kan gedacht worden aan samenwerking met lokale energiecoöperaties of door het gebruik van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)(externe link) of andere vormen van lokale participatie.